belastingaangifte regelen

Belastingaangifte 2020 regelen

Vanaf 1 maart kan of moet je weer jouw belastingaangifte regelen. Als je van de Belastingdienst bericht hebt gekregen dat je over 2020 aangifte moet doen dan moest je oorspronkelijk vóór 1 mei 2021 aangifte doen. Door de technische storing bij de Belastingdienst heb je nu een week langer de tijd. De aangifte moet je nu dus vóór 8 mei 2021 doen.

Soms moet je ook al heb je geen brief over de aangifte ontvangen toch belastingaangifte doen. Ook kan het zo zijn dat je belasting terug kunt krijgen terwijl je geen aangiftebrief gekregen hebt.

Geen brief toch aangifte

Heb je geen brief van de Belastingdienst ontvangen waarin staat dat je aangifte moet doen dan is het in bepaalde gevallen toch verplicht aangifte te doen. Iedereen moet via Mijn Belastingdienst checken of hij of zij over 2020 meer dan € 48 belasting moet betalen. Is dit zo dan is het verplicht om aangifte te doen.

Het is in alle gevallen verstandig om door het invullen van een aangifte te checken of je misschien belasting terug kunt vragen. Het kan zo zijn dat er te veel loonheffing ingehouden is op jouw loon, uitkering of pensioen. Door de aangifte in te vullen kan je dit nagaan. Bij bijvoorbeeld AOW samen met een klein pensioen is er vaak recht op belastingteruggave. Dit komt doordat er te veel loonheffing is ingehouden op het klein pensioentje met geen loonheffingskorting.

Het kan natuurlijk ook zo zijn dat je door aftrekposten, zoals zorgkosten, studiekosten, giften of reiskosten, belasting terug kunt krijgen. De teruggave moet wel € 16 of meer zijn.

Vooraf ingevulde gegevens

Als er geen sprake is van een complexe situatie is het prima te doen om zelf de belastingaangifte in te vullen. Bijna alle gegevens zijn al door de Belastingdienst ingevuld en je hoeft alleen nog maar te kijken of het klopt. De gegevens over jouw loon, uitkering, pensioen, bankrekeningen, beleggingen, hypotheek en WOZ-waarde zijn al vooraf ingevuld.

De vooraf ingevulde gegevens moet je wel goed controleren. Het kan zijn dat er gegevens ontbreken of soms kunnen de bedragen niet kloppen. Je blijft altijd zelf verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens in jouw belastingaangifte.

Heb je alleen inkomsten uit loondienst, wat spaargeld en misschien een koophuis dan lukt het je waarschijnlijk zonder problemen om zelf de aangifte te doen. Komen er complexere dingen bij zoals een scheiding, samen gaan wonen of werk als zzp-er of freelancer dan wil je de aangifte misschien wel liever uitbesteden. Je kunt hulp krijgen van een vakbond, ouderenorganisatie, de Belastingdienst zelf of natuurlijk van een belastingadviseur.

Vóór 8 mei 2021 maar later kan ook

In principe moet je dit jaar de aangifte doen vóór 8 mei. Lukt jouw dit niet dan kan je uitstel aanvragen. Dit doe je via Mijn Belastingdienst en je krijgt dan uitstel tot 1 september 2021. Je moet het verzoek tot uitstel vóór 8 mei indienen en jouw aangifte moet je dan uiterlijk 31 augustus 2021 doen.

Later belastingaangifte doen kan je wel geld kosten. Moet je belasting betalen dan wordt er 4% rente berekend vanaf 1 juli 2021 tot 6 weken na het opleggen van de aanslag.

Doe je aangifte vóór 8 april dan belooft de Belastingdienst dat je vóór 1 juli bericht krijgt over jouw aangifte. Altijd is het streven om binnen 3 maanden bericht te sturen. In moeilijke gevallen zal dit niet altijd lukken.

Verdeling tussen fiscale partners

Aan het eind van de aangifte moet je als je een fiscale partner hebt een verdeling maken. De gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten kan je op elke manier die je maar wilt verdelen over jouw fiscale partner en jezelf. Het totaal moet natuurlijk wel op 100% uitkomen, maar dit doet het aangifteprogramma zelf als je een bedrag invult.

Je kunt allerlei verdelingen uitproberen en zo zien hoe je zo veel mogelijk belasting terugkrijgt of zo weinig mogelijk belasting moet betalen. In het algemeen geldt dat het verstandig is om aftrekposten toe te rekenen aan de partner met het hoogste inkomen.

Voor inkomsten zoals bijvoorbeeld de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen is het net andersom: de minstverdienende partner heeft misschien nog niet alle heffingskortingen benut of zit in een lagere belastingschijf. Dit gaat echter niet in alle situaties op. Daarom blijft het een kwestie van uitproberen om zo te kijken welke verdeling het beste uitpakt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *